Interview: politie over woninginbraken


Interview Maarten Vuylsteke

Maarten Vuylsteke is officier van justitie en portefeuillehouder Woninginbraken bij het arrondissementsparket Midden-Nederland. Hij weet veel over inbrekers.

Rol voor burgers bij aanpak woninginbraken

Het Openbaar Ministerie haalt samen met de politie alles uit de kast om inbrekers op te sporen en te vervolgen. Maar bij de aanpak van woninginbraak spelen burgers ook een belangrijke rol.

Maarten Vuylsteke, officier van justitie en portefeuillehouder Woninginbraken bij het arrondissementsparket Midden Nederland, meent dat burgers zelf de beste kaarten in handen hebben om een inbraak te voorkomen: door preventieve maatregelen te nemen. ‘Dat gaat verder dan een paar goede sloten. Ik ben een groot voorstander van het Politiekeurmerk Veilig Wonen.'

Dat houdt namelijk met alle aspecten van inbraak rekening. Huizen en wijken met het PKVW-certificaat hebben beduidend lagere inbraakcijfers.’Burgers spelen ook een belangrijke rol bij de opsporing van inbrekers. ‘Ik kan niet genoeg benadrukken dat burgers niet moeten twijfelen om 112 te bellen als ze iets verdachts zien. Alleen dan kan de politie snel reageren en een inbreker op heterdaad betrappen.’ Burgers moeten niet zelf tot aanhouding overgaan. ‘Ook zonder risico te nemen, kun je helpen bij de opsporing. Denk bijvoorbeeld aan het noteren van een goed signalement, het maken van filmopnames of door de inbreker op afstand te volgen. Als we goede kenmerken hebben van de verdachte, kunnen we direct doorpakken met de opsporing.’

Een aanhouding, en dan?

Vuylsteke legt uit wat er gebeurt als een verdachte van een woninginbraak wordt aangehouden. ‘Na een aanhouding neemt de politie de verdacht mee naar het bureau. Daar toetst een hulpofficier van justitie of het een rechtmatige aanhouding betreft en of er genoeg verdenking is om de persoon voorlopig vast te zetten. Tijdens deze periode van maximaal drie dagen kan de verdachte gehoord worden en wordt er bewijsmateriaal verzameld. Bij woninginbraak gebeurt dat bijvoorbeeld door forensisch en tactisch onderzoek op de plaats delict. Denk aan het opsporen van vingerafdrukken en DNA-materiaal, buurtonderzoek, getuigenverklaringen, camerabeelden en het controleren of er goederen uit de woning in beheer van de verdachte zijn. Voordat de periode van inverzekeringstelling verstrijkt, wordt de verdachte voorgeleid aan de rechter commissaris.’

'De inbreker' bestaat niet

Volgens Vuylsteke zijn er geen algemene kenmerken van inbrekers te geven. ‘Met mijn jarenlange ervaring als officier van justitie durf ik wel te stellen dat ‘de’ inbreker niet bestaat. Wat je wel ziet, is dat een groot deel van de verdachten bestaat uit gelegenheidsinbrekers die kans zien snel hun slag te slaan.’ Daarnaast zijn er volgens Vuylsteke professionele inbrekers actief die bewust een buurt uitkiezen en pas na een gedegen voorbereiding hun inbraak plegen. ‘Wat wel opvalt is dat de inbraakverdachten jonger worden en dat de stap van kleine criminaliteit naar inbraak sneller wordt gemaakt. Verder is het tijdstip van inbraken verschoven. Waar vroeger vooral in de avond en nacht werd ingebroken, zie je dit nu ook geregeld op klaarlichte dag gebeuren.’

Hoge straffen

Straffen is maatwerk, stelt Vuylsteke. ‘Alleen hoge straffen uitdelen, helpt volgens mij niet. Ik vind het belangrijk dat een dader achter de dikke deur van de gevangenis ook wordt begeleid op een goede terugkeer in de maatschappij. Dat is essentieel om te voorkomen dat een dader na zijn straf weer de fout in gaat. Als ze woning, werk en een relatie hebben, blijken daders minder snel in herhaling te vallen. Bij die eerste twee aspecten kan de gemeente een belangrijke rol spelen.’

Woninginbraak is een high impact crime. ‘De enorme impact van een inbraak op bewoners, benadrukken we ook in ons betoog voor de rechter. Het gaat om een vergrijp waar we tot zes jaar gevangenisstraf voor kunnen eisen, als het in groepsverband in de nachtelijke uren plaatsvindt zelfs negen jaar. Ook daarmee geven we een krachtig signaal af richting potentiële inbrekers dat ze zich beter twee keer kunnen bedenken voordat ze tot hun daad overgaan.’


(bron: Politiekeurmerk Veilig Wonen, eigenhuis.nl)